top of page

Het scheppingsverhaal in de koran en het oude testament

Het scheppingsverhaal is te vinden in het eerste boek van het Oude Testament, dwz in de eerste hoofdstukken van Genesis. Het oudtestamentische verhaal is bijna als een verhalenboek; vandaar dat het begint met het scheppingsverhaal als het begin van het verhaal van de mensheid. De koran geeft een andere presentatie aan zijn idee en boodschap met betrekking tot het scheppingsverhaal. Het scheppingsverhaal bevindt zich op verschillende plaatsen in de Koran, zoals in Sura' Al-Baqarah, Sura' As-Sajdah, Sura' Yassin enzovoort.

“Een teken voor hen is de aarde die dood is: wij geven haar leven en producenten er graan van, waarvan u eet.” (Koran, 36:33)

Er zijn ook absoluut basisgegevens over het bestaan van een vaak gasvormige massa (dukhan) die uniek is en waarvan de elementen, hoewel eerst samengesmolten (ratq) later gescheiden werden (fatq).

Dit wordt gezamenlijk in Sura' Fussilat:

“Toen beheersen Hij naar de hemel toen het rook was.” (Koran, 41:11)

En hetzelfde wordt verzameld in Sura' al-Anbiya':

“Zien de ongelovigen niet dat de hemelen en de aarde samengevoegd waren [als een eenheid van de schepping] voordat Wij ze van elkaar scheidden?” (Koran, 21:30)

Dit alles is in perfecte volgorde met moderne ideeën over het bestaan van primaire nevel en het proces van secundaire gebeurtenissen die de traditionele unieke massa hebben gevormd; deze scheiding (bekend als de oerknal) componenten in de vorming van sterrenstelsels en vervolgens, wanneer deze zich splitsten, van sterren waarvan de planeten zouden worden geboren.

Al deze informatie is te onderscheiden van het scheppingsverhaal in de Bijbel in verwijzing naar de Bijbelse tekst met zijn ingewikkelde fases die totaal onaanvaardbaar zijn. zal dit fenomeen eerst waarnemer, waarvan de astronomen betrokken waren bij de observatie van het universum afkomstig uit atheïsten, joden en verrassend.

Met betrekking tot de schepping van Adam(P) informeert het Oude Testament ons dat God de engelen uitnodigde om samen met Hem de mens te scheppen. In feite zou God hebben gezegd:

“Laten we een man maken, iemand zoals wij ...” (Genesis, 1:26)

In de Koran informeerde de Almachtige God de engelen echter dat Hij de mens zou maken zonder de goedkeuring van de engelen te vragen om zich bij hem aan te sluiten. En verder is er een gesprek tussen God en Zijn engelen waar de engelen zich afvroegen waarom God de mens zou willen aannemen en Hij verwacht:

“Ik weet wat jij niet weet.” (Koran, 2:30)

Bovendien zegt het Oude Testament dat God Adam(P) schiep naar Zijn beeld of “zoals zijn Maker” (Genesis, 1:27). De koran is het in dit opzicht eens met de joodse en christelijke uitleg (koran, 15:29), maar indirect ook dat Adam(P) gemaakt is van klei (Ar-Rahman: 14, Al-Hijr: 28). Pas later in het Oude Testament zien we dat dit wordt genoemd,

“God formeerde het lichaam van een man uit de stof van de aarde.” (Genesis, 2:7)

De Koran en de scheppingsverhalen in het Oude Testament zijn precies in het geval dat God Adam(P) aanwijst als Zijn vertegenwoordiger op aarde. Maar de Koran heeft deze verklaring duidelijker gemaakt dan het Oude Testament, meer nog toen God tegen Zijn engelen zei dat Hij een plaatsvervanger (kalief) op aarde zal creëren (Al-Baqarah: 30, Genesis, 1:26). Deze status veroorzaakt niet, zelfs niet toen Adam(P) een wandaad beging, berouw veroorzaakt en ervoor werd vergeven. (Koran, 2:37). De mens is niet “gevallen” vanuit het perspectief van de Koran en daarom is het niet nodig om hem te “redden” of los te kopen. In de christelijke visie is Adams(P) wandaad echter de basis voor de doctrine van de erfzonde, het begin van de val van de mensheid in een staat van zonde, een voortvloeisel uit het geloof in een reddingsdrama dat in het verleden heeft plaatsgevonden. Zie Isma' il Raji al-Faruqi, Al Tawhid: de implicaties voor denken en leven (IIIT: 1992), pp. 70-74

Concluderend bevat het Oude Testament een verzameling literaire werken die door de eeuwen heen zijn geproduceerd door onbekende auteurs die een aanzienlijke invloed hebben gehad op de beperkte samenstelling van de tekst.

De koranopenbaring heeft een geschiedenis die in schril contrast staat met de bijbel en werd zowel mondeling als schriftelijk bewaard tijdens het leven van de voorspelde Mohammed (P) zelf. Daarom vormt de Koran geen enkel probleem van authenticiteit als een openbaring van God de Almachtige en dit is de reden waarom het scheppingsverhaal consistent blijft met moderne wetenschappelijke kennis.

En alleen God weet het beste.

 
 
 

Comments


Theologie uitnodigen

Ons logo toont eenheid als een volledige cirkel, maar we benaderen theologie met respect en met een kritisch oog

Schrijf u in op onze mailinglijst

bottom of page